kunstenaar albert van der weide observeert (2)

AlbertCH-5276
Kunstenaar Albert van der Weide uit Arnhem heeft zich twee maanden ingegraven in Coehoorn Centraal. In alle stilte werkend vanuit CC3-De Coehoorn observeert en registreert hij de bewegingen van het project Coehoorn Centraal. Onlangs schreef Albert zijn tweede blog op Arnhem aan Zee. Met toestemming geven wij hier de integrale tekst van deze eerste observaties weer. Voor een compleet overzicht van het kunstwerk verwijzen wij graag naar Arnhem aan Zee.

Coehoorn Centraal 2
Op een dag ontmoette ik in Stella by Starlight, het buurtcafé en -restaurant van Coehoorn Centraal, een hond die aangesproken werd met de naam Karma. Als zelfbenoemde artist-in-residence verbleef ik twee maanden in Coehoorn Centraal en dronk ik graag een cappuccino bij Stella. De hond snuffelde aan mijn broekspijpen.

“Waarom heeft u uw hond Karma genoemd?”, vroeg ik aan de eigenaar. Ze antwoordde: “Mooi woord: karma én fijn in de symbolische verwijzingen… Karma betekent immers: het resultaat van je gedrag en het is spiritueel verbonden met de begrippen levenslot en wedergeboorte.” Met een vette knipoog voegde ze er aan toe: “Als ik Karma roep, ben ik me daarvan bewust…” De hond likte even aan mijn hand en ging liggen.

Neoliberalisme
Is Coehoorn Centraal een toekomstbestendige vrijplaats, een culturele enclave, een proefterrein voor jonge Arnhemse ondernemers? Of is het door het stadsbestuur voor de komende vier jaar geparkeerd omdat dat beter uitkomt tijdens de financiële crisis? En wordt het, als die crisis een andere afslag heeft genomen, weer een vastgoed-toplocatie tussen het NS-station en de Rijn? Voor dure middenstand, gecombineerd met stadsvilla’s die voor meer dan een miljoen euro op de vastgoedmarkt zullen worden aangeboden? Wordt het burgerinitiatief Coehoorn Centraal op termijn afgeserveerd en opgenomen in de warme schoot van het neoliberalisme?

Broedplaats
Deze gedachte popte in mij op na het lezen, op de degelijke site Decorrespondent.nl, van het artikel “Broedplaats, een excuus voor echte stedelijke ontwikkelingen” door Roel Griffioen. Hij beschrijft daarin een aantal culturele broedplaatsen in Nederland die ontstaan zijn op stedelijke rafelranden en die, nadat ze door de creatieve sector tot ontwikkeling zijn gebracht, uiteindelijk overgenomen worden door projectontwikkelaars en investeerders, met het gevolg dat de oorspronkelijke bewoners plaats moeten maken voor kapitaalkrachtige bedrijven en frisse veertigers met een salaris waarmee je een appartement van zes ton kunt financieren.

Het lot
Staat Coehoorn Centraal hetzelfde lot te wachten? Desgevraagd legden de initiatiefnemers me uit dat Coehoorn Centraal geen broedplaats in de klassieke zin van het woord is. In tegenstelling tot veel andere broedplaatsen komt Coehoorn Centraal niet voort uit de kraakbeweging, maar is het ontstaan in overleg met de Gemeente Arnhem. De buurt heeft, binnen een aantal praktische spelregels, autonoom de ruimte om zich met en in de panden en het tussengebied te ontwikkelen.
“Coehoorn Centraal is voor vitale mensen die op een nieuwe manier het werkzame leven naar hun hand willen zetten. We willen met iedereen die zich betrokken voelt ook nadenken over hoe zij hun stad willen vormgeven en vooral over wie dat zouden moeten doen. Kapitaalkrachtige investeerders bij voorbeeld passen niet in onze visie, maar op termijn zou er wel een rol voor beleggers weggelegd kunnen zijn. Het is een open en transparant proces met een einddatum en daarna zien we wel verder”, was hun antwoord.

Ideologie
Met de uitspraak “We willen met iedereen die zich betrokken voelt…, etcetera” verwoorden ze hun ideologische uitgangspunt, dat ik, na twee maanden Coehoorn Centraal, voor mezelf als volgt inkleur: de werkelijke kans om leegstand in Arnhem om te vormen, ligt in het mobiliseren van de betrokkenheid van de bevolking en in een andere manier van denken over de maatschappelijke positionering van vastgoed. In de dagelijkse praktijk van denken en handelen helpt het loslaten van verkalkte sociale patronen en economische modellen.
De menselijke maat bepaalt de koers, het tempo en ook het uiteindelijke succes of de mislukking. Coehoorn Centraal is een optimistische én risicovolle onderneming. Eén van de in Coehoorn Centraal werkzame jonge ondernemers vertelde me dat hij vertrouwt op zijn eigen kunnen, dat één-op-één past in de opzet van het burgerinitiatief. Dat klonk goed.

Kunst in Coehoorn Centraal
Mijn bijdrage als artist-in-residence aan Coehoorn Centraal bestond uit het schrijven van minimaal twee columns over het initiatief – waarvan dit de tweede is – en het naar eigen inzicht maken van een “kunstwerk” in het ontwikkelgebied. Als contraprestatie werd mij in CC3 (de voormalige Volksuniversiteit) een prachtige werkruimte ter beschikking gesteld. Daar werkte ik een paar weken.
Ik startte met een werkwijze die open is en productief. Ik zette een tafel en een stoel neer. Op de tafel een stapel papier, een doos met viltstiften, mijn laptop en iPod onder handbereik. Zonder vooropgezet plan begon ik te tekenen, volgde de lijnen op het papier. De eerste paar dagen herhaalde ik dit en verscheurde de tekeningen die me niet bevielen.
Ook maakte ik foto’s van de panden in het Coehoorn-gebied en sprak met gebruikers en ondernemers. De tekeningen plakte ik op de muren van de werkruimte om direct met de opbrengst van mijn activiteiten geconfronteerd te worden. Onder mijn handen ontstond een aantal motieven, die ik steeds, in verschillende vormen, verder vereenvoudigde. Dit voelde als een voorteken dat ik houvast begon te krijgen.
Ik besloot een aantal van de tekeningen te vergroten en in een samenhang met elkaar aan de wanden te bevestigen. Langzamerhand werd een richting zichtbaar, die zou leiden tot het kunstwerk dat zowel Coehoorn Centraal als mijn tijdelijk verblijf daarin representeert. De motieven zijn getekende transformaties van leven, wonen en werken die ik had aangetroffen in Coehoorn Centraal.

De bezem erdoor
Na deze onderzoeksfase kwam het vinden van een definitieve vorm voor het kunstwerk voor Coehoorn Centraal in een stroomversnelling. Ik maakte foto’s van de tekeningen, die ik aan bezems had geplakt. Mij dunkt, een passende combinatie voor een buurt waar de bezem doorheen gehaald wordt. Nadat ik een aantal invalshoeken had uitgewerkt, maakte ik het volgende plan: afzonderlijke foto’s van de tekeningen en de bezems integreren in de gevels van de gebouwen van Coehoorn Centraal en de foto’s gezamenlijk op een billboard in de stadstuin. Dit plan legde ik voor aan Paul de Bruijn en Peter Groot, de auteurs van het burgerinitiatief. Ze zijn enthousiast en werken mee aan het totstandkomen van het eindresultaat.
De hond Karma heb ik jammer genoeg nooit meer ontmoet. Die zou met zijn bovenmenselijke invloed nuttig hebben kunnen zijn.