Een stadspark in 2 weken, een timelapse

In twee weken een park aanleggen. Het kan in Coehoorn-Arnhem. Met vereende krachten kregen NL-Greenlabel, Stichting Coehoorn Centraal met medewerking van de gemeente Arnhem het voor elkaar. Een voorbeeld van de snelheid die een burgerinitiatief kan ontwikkelen.

Alle zeilen bijzetten
Het tempo lag zo hoog dat ook de gemeente alle zeilen bij moest zetten om alle noodzakelijke maatregelen te treffen: de auto’s moesten van het terrein, definitief, al het bouwmateriaal moest een andere plek krijgen.
Op de eerste dag van de aanleg, maandag 4 oktober, was er op het stadskantoor een spoedoverleg. Had er iemand nog gedacht aan een bodemonderzoek? Toch niet onbelangrijk voor een openbaar stadspark waar ook kinderen veilig moeten kunnen spelen.
Ter plekke regelde de afdeling milieu een spoedonderzoek. De graafmachines stonden immers al warm te draaien.
De volgende dag, dinsdag, leek het zich op een snelle realisatie even uit beeld te raken. De uitslag van het bodemonderzoek was ‘positief’, dat betekent dat er iets was gevonden. Een aanvullend onderzoek bleek nodig. De werkzaamheden werden stilgelegd.
Gelukkig bleek uit het vervolgonderzoek dat de hoeveelheid te gering was om gevolgen te hebben voor een veilig gebruik van het park.

En dan toch de opening
De vreugde was groot dat het park toch op 14 november geopend kon worden. Op de achtergrond had de gemeente nog andere formaliteiten afgehandeld zodat de aanleg geen verdere vertraging opliep.
Het was druk tijdens de opening. Er was veel belangstelling, van genodigden, betrokken ambtenaren, wethouder Elfrink en staatssecretaris Dijksma. Maar het aller belangrijkste was, de aanwezigheid van een groep bewoners van Coehoorn. Ze konden hun ogen niet geloven. Een van de bewoners zei: ‘Ik had altijd mijn jaloezieën aan de achterzijde dicht, ik wilde die auto’s en bouwmaterialen niet zien. Maar nu staan ze open. Ik kijk op een park uit!’
Terwijl de schrijvende pers en 5 camera’s snorden, genoten de aanwezigen duidelijk van dit ‘wonder van Coehoorn’.