Coehoorn tegen het licht gehouden (1)

coehoorn_aanleg
Foto: Alle hands aan dek voor de realisatie van het Stadspark Coehoorn

Afgelopen studiejaar studeerde Emile de Jong af als planoloog aan de hogeschool Saxion in Deventer. Voor zijn afstuderen koos Emile het burgerproject Coehoorn Centraal als onderwerp. Hij sprak met ondernemers, bewoners, de gemeente en de initiatiefnemers.
Centrale conclusie uit zijn onderzoek: Coehoorn Centraal mag een succesvol project genoemd worden, maar de verwachtingen over waar het project toe moet leiden lopen (sterk) uiteen.

Het gaat goed, maar de verwachtingen zijn (te) hoog
Emile de Jong realiseerde zich vooraf maar ten dele wat het zou betekenen om een niet conventioneel stadsproject als Coehoorn Centraal te onderzoeken. Als planoloog krijg je immers andere denkkaders mee en is de neiging groot om langs die lijnen naar een project als dat van Coehoorn Centraal te kijken.
Moeilijk werd het om te merken dat bij zijn rondgang niet alleen de meningen varieerden (begrijpelijk), maar ook de bril waarmee de door hem geïnterviewden naar het project keken. Voor een afstuderend planoloog een hele opgave om daar wat van te maken. Toch is Emile er in geslaagd om met een open mind naar het project te kijken.
Zijn centrale conclusie: het project heeft in korte tijd met weinig financiële armslag veel verwachtingen overtroffen. Toch voldoet het project nog niet aan alle op haar geprojecteerde andere verwachtingen.

Hoofd- en bijzaken
Het onderzoek legt het verschil tussen de primaire doelstellingen van de stichting (het project) en die van andere betrokkenen haarscherp bloot. De primaire doelstelling (en enige formeel vastgelegde doel) van het project:
“De stichting heeft ten doel het tot stand brengen van een zone van creatieve bedrijvigheid in de breedste zin van het woord in casu quo op de haar door – de gemeente voor bepaalde tijd aangewezen opstallen en openbare terreinen en voorts al hetgeen in de ruimste zin met één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.”
Het onderzoek is over het behalen van deze primaire doelstelling helder: door alle geïnterviewden wordt aangegeven dat de stichting er in korte tijd in is geslaagd om een groot aantal creatieve ondernemingen in het gebied te vestigen waardoor alle daarvoor beschikbare panden volledig bezet zijn. Daarbij citeert Emile ook een aantal bij het project (direct of indirect) betrokken Arnhemse ambtenaren. Ook zij geven ‚eensgezind’ aan dat Coehoorn een creatieve zone is geworden. Een ambtenaar: ‚Het meest opvallend vind ik de reuring. De wijk is weer wakker. De stichting kreeg een aantal panden en braakliggend terrein en hebben dit op fantastische wijze ingevuld.’
Het minder positieve deel van het onderzoek betreft de talrijke, sterk uiteenlopende, verwachtingen die door diverse partijen op het project worden geprojecteerd. Ook plaatsen sommige geïnterviewden kanttekeningen bij het delen in het succes van Coehoorn Centraal met ander betrokken partijen. De mate van samenwerking van de stichting met andere partijen komt ook niet ongeschonden uit het onderzoek. Daarover in volgende blogs meer.

De rol van communicatie en vertrouwen
Het onderzoek roemt de (online) communicatie door en rondom het project. Daarbij maakt het onderzoek onderscheid tussen de personen van de initiatiefnemers en de online projectcommunicatie.
Geïnterviewden onderstrepen de ‚communicatieve krachten’ van de beide initiatiefnemers, die sterk hebben bijgedragen tot het aantrekken van creatieve ondernemingen. De inzet van social media ‚is sterk en het project trekt daardoor veel aandacht.’
Minder complimenteus is het onderzoek over het bereik van de communicatie. Deze is te weinig gericht op andere betrokkenen in de wijk zoals de bewoners. Ook wordt de communicatie onvoldoende afgestemd met andere initiatieven in de wijk. Concreet wordt daarbij genoemd ‚Expeditie Coehoorn’, waarin partijen als Alliander en de gemeente Arnhem samenwerken.
Vertrouwen wordt door de gemeente als een van de cruciale factoren in de samenwerking genoemd. Een ambtenaar: ‚De initiatiefnemers waren vooraf al goed bekend bij de gemeente Arnhem. Ze zijn bevlogen, met hart voor de stad, die hun toezeggingen goed nakwamen. Peter en Paul waren reeds betrokken bij ruimtelijke vraagstukken en tijdelijke invullingen. In het begin waren er wat kleine ontevredenheden. Sociale media werden wat graag gebruikt om aan te geven dat de gemeente treuzelde. Dit leidde tot enige onenigheid. Zaken altijd bespreekbaar houden is daarbij belangrijk geweest. De verstandhouding is prima. De samenwerking met de stichting zou snel klaar zijn geweest als er door de stichting met de pet naar zou zijn gegooid.’

Meer volgt in komende publicaties.