Is er een 'Coehoorn-effect' op de wijk?

Muzikaal onthaal in Coehoornpark.

Bestaat er zoiets als een ‘Coehoorn-effect’ op de wijk waar het project is gevestigd?
Dat vroeg Sarah Vodovar van Radboud Universiteit Nijmegen* zich af. Ook onderzocht zij een ander project in Breda. In dit bericht duiken wij in de conclusies aangaande Coehoorn.

Duizend-dingen-doekje
Er wordt veel geschreven over creatieve wijken, start-up’s, scale-up’s, de ‘creatieve klasse’. Richard Florida’s bespiegelingen over de zegeningen van de ‘creatieve klasse’ staat op menig stadshuismuur gebeiteld. Zijn lessen zijn echter iets te veel ‘hineininterpretiert’ (redenatie totaal uit haar verband trekken). Zelfs projectontwikkelaars, lokale overheden, pandjesbazen, makelaars hebben hun eigen invulling gegeven aan wat Florida bedoelde. Creatieven en kunstenaars werden het stedenbouwkundige duizend-dingen-doekje, flexibel inzetbare hulptroepen om vastgelopen pandjes en plekken uit het slob te trekken zodat daarna weer ‘serieus’ geld kan worden gemaakt. Met dank voor de bewezen diensten.
Sarah Vodovar onderzocht het effect dat een project als Coehoorn Centraal op haar fysieke omgeving heeft. Zij interviewde daarvoor ondernemers, buurtbewoners, de wijkagent en de initiatiefnemers en nam ook zelf het een en ander waar. Economische effecten waren geen onderwerp van onderzoek.

De wijkagent; ‘Hé Paul, mooi verhaal over jullie project. Heel herkenbaar. Moet je echt iets mee doen hoor. Groet, Henk**.

En werkt het doekje?
In meer wetenschappelijke termen van Sarah: ‘In hoeverre heeft de aanwezigheid van creatieve ondernemers in een wijk een effect op de sociale samenhang van een wijk?’
Laten we dan maar met haar generieke conclusie beginnen: ‘Op basis van de resultaten die zijn verkregen, kan worden gesteld dat het effect dat creatieve ondernemers hebben op de sociale samenhang in een wijk miniem en erg afhankelijk is van het type bewoners dat in een wijk woont.
Het onderzoek gaat verder: ‘Het is echter opvallend dat de bewoners in Coehoorn sowieso niet veel aan buiten-huis-activiteiten doen. Het lijkt erop dat de bewoners de voorzieningen dus niet bewust mijden omdat deze gericht zijn op de creatieve ondernemer of creatieveling. De bewoners in Coehoorn maken nauwelijks gebruik van de activiteiten die de creatieve ondernemers aanbieden.

Ondernemer Harm Giessen zoekt bij het werk even de buitenlucht.

Daarmee hebben we meteen de kern te pakken. Het effect van ‘creatieven’ op de omringende wijk is niet zozeer de ‘creatieven’ aan te rekenen, maar er is hoe dan ook geen belangstelling, zo blijkt ook uit Sarah’s onderzoek, voor activiteiten buitenshuis. Het sociale effect mag dan gering zijn, het is ook maar de vraag of Coehoorn Centraal daarvoor in het leven is geroepen.
Sarah stelt zelf in haar onderzoek: ‘Erg belangrijk om te benadrukken is dan ook dat de kerntaak van de Stichting en het project is om de creatieve sector zichtbaarder te maken. Het is dan ook niet zo dat de Stichting of het project moeten worden aangesproken op een sociale taak.

Werkt zo’n creatief project wellicht ook averechts op sociale betrokkenheid?
Sarah stelt dat er twee belangrijke veel voorkomende factoren waarom in een wijk ‘geland’ project met en door creatieven vaak leiden tot sociale uitsluiting en zelfs verdringing van de oorspronkelijke wijkbewoners.
Zo kunnen er voorzieningen in de wijk komen die de bewoners afschrikken, afstoten of gewoon niet aanspreken. Zo kan een barbier, als token van uiterste hipheid, buurtbewoners afschrikken omdat dat ver van hun leefwereld afstaat. Hippe barretjes met gerechten met onuitspreekbare namen op de menukaart, sturen ook een signaal uit naar wie wel en wie niet aan het tafeltje gewenst is.
Het onderzoek van Sarah constateert dat er twee horecagelegenheden zijn bijgekomen: MeeM en Stella by Starlight, de laatste als direct gevolg van het project.
Beide noemt zij gelegenheden gericht op creatief publiek. In beide gelegenheden, zo stelt zij, komen relatief weinig wijkbewoners. Maar ‘uit verschillende gesprekken bleek ook dat de wijkbewoners van Coehoorn vrij weinig van hun vrije tijd besteden in de wijk. Zo zijn zij veel op zichzelf en hebben zij een beperkt sociaal netwerk.‘ Daarnaast weten we uit eigen waarnemingen, hetgeen het onderzoek ook vermeldt, dat er zeker ook wijkbewoners bij Stella by Starlight komen, zij het in beperkte mate. Toch probeert Stella by Starlight volgens het onderzoek: ‘het café zo toegankelijk mogelijk te maken. Zo draaien zij verschillende muziekstijlen om ook de mensen van het kantoor van Alliander tot ‘de man met de gele jas’*** op hun plek te laten voelen.’ 

Ondernemers pauzeren in het Coehoornpark.

De neerwaardse spiraal gestopt
Een andere factor van afstoting kan liggen in de prijsstelling. Veelal landen in creatieve wijken voorzieningen met een gemiddeld hoger prijsniveau dan gewoonlijk in de wijk. Sarah stelt in haar onderzoek dat daarvan bij beide horecagelegenheden geen sprake van is: ‘De komst van café Stella en café MeeM hebben de wijk uit haar neerwaartse spiraal gehaald.’
Het onderzoeksrapport: ‘De aanwezigheid van de creatieve ondernemers draagt dan ook bij aan activiteit in de avond in de wijk. Hiernaast geeft het meer levendigheid in de wijk en heeft het de wijk beschermd tegen verdere verpaupering.’
De wijkagent: ‘De wijk is dus niet in elkaar gestort, maar het is een levendige wijk gebleven. Gelukkig, vind ik ook hartstikke mooi als wijkagent, komt er ook geen overlast van.’ 

Een journalist van De Gelderlander interviewt ondernemer en kunstenaar Richard Kofi.

Concluderend
Er is naar aanleiding van het gedegen onderzoek van Sarah Vodovar nog veel te zeggen. Maar daarvoor verwijzen wij graag naar haar integrale onderzoek (pdf).
Ook buiten het onderzoek is nog zoveel te zeggen over Coehoorn: haar functie als uithangbord voor (startend) ondernemerschap in en buiten Arnhem, het aantal mensen dat (part-time) plezierig werk heeft in het project, de spontane samenwerkingen die zijn ontstaan en leiden tot groei van ondernemingen, de contacten met de universiteiten Radboud (meerdere faculteiten) en Wageningen, de HAN en ArtEZ, de stad Düsseldorf.
Voor een meer economisch kadering verwijzen wij graag naar een eerdere publicatie op deze website.
Ook de invloed op de ideeënvorming rond de ‘Creatieve Corridor‘ die vanuit Coehoorn Centraal en DTO op gang is gekomen, is een regelrecht resultaat van de aanwezigheid van deze sterke creatieve community.

De Nieuwe Makers Borrel over genderneutraliteit met inleiding door Dr. Niels Spierings van de Radboud Universiteit.

Dank
Wij danken Sarah voor haar onderzoek en allen die hieraan hun medewerking hebben verleend.
Op naar een duurzame toekomst voor Coehoorn!

*Faculteit der Managementwetenschappen, Bachelor Geografie, Planologie en Milieu
**Naam gefingeerd
*** ‘De man met de gele jas’ is een bijzondere man uit de wijk. Hij was in eerste instantie fel tegen café Stella, maar is hier inmiddels regelmatig te vinden. Hij is dan ook een voorbeeld van hoe een wijkbewoner zou kunnen wennen aan de ruimte die de creatieve ondernemers in de wijk gecreëerd hebben.